In de bovenbouw zul je ook wel eens een gesprek voeren over een stelling, of over een maatschappelijk onderwerp. Hier een aantal zinnen waarmee je je mening kunt geven in een gesprek.
|
|
Je onderwerp inleiden
… kijk daarvoor bij de spreekbeurtzinnen
Willen begrijpen wat een ander zegt
- wat zei je nou net?
- sorry, dat ging me even te snel
- kun je dat ene nog even herhalen?
- hoe bedoel je dat?
- als ik het goed begrijp, vind jij dat…
Ergens mee eens / oneens zijn
- ja, dat is waar
- dat denk ik ook wel, maar…
- mee eens!
- daar zijn we het over eens
- Ja, dat klopt
- als dat zo is, heb je gelijk
- volgens mij vergis je je
Je eigen mening verwoorden / overtuigen
- nou, ik vind dat…
- ik bedoel
- volgens mij zou je, ….
- aan de ene kant …. aan de andere kant,
- ten eerste … ten tweede
- dat is voor mij hetzelfde
- dat maakt mij niet uit
- dat wil zeggen, dat …
- dat weet ik heel zeker
- ik bedoel iets anders…
- dat is toch duidelijk?
- ik vraag mij af, of…
- zou jij ….
- natuurlijk, maar…
- dat kan wel zo zijn, maar …
- en toch denk ik niet, dat….
- beweren
- beargumenteren
Vragen naar de mening van een ander
Ingaan op wat een ander zegt
- wat je in het begin zei over …
- nee, ik bedoel wat je daarvoor / daarna zei, over
- je zei net dat …
- ik wil nog even terugkomen op …
- nog even over …
- maar wat is je argument daarvoor?
- maar nu spreek je je toch tegen
- ben je er nu voor of tegen?
- dat is makkelijk gezegd
- OK, maar daar hebben we het nu niet over
- Dat wil nog niet zeggen, dat ….
Aan het woord willen blijven

