1. Luister naar het introductie-gedeelte. 
    Luister naar het introductie-gedeelte. Het bevat informatie waar je verderop in de toets iets aan hebt: informatie over het onderwerp zelf, wennen aan de stem, het eventuele accent van de spreker, wennen aan het spreektempo van de spreker.
  2. Concentreren op de kern
    Als je de antwoordopties doorleest: Haal in gedachten de kern er uit en probeer die kern te onthouden. Voorkom dat je tijdens het luisteren telkens weer de hele zinnen moet doorlezen.
    Voorbeeld:
    A De agenten klagen over een hoge werkdruk
    B Bij de politie worden de beschikbare mensen niet goed ingezet.
    C Het aantal criminelen is enorm toegenomen de laatste jaren.
    Probeer dan de kern van die zinnen in gedachten te hebben:
    Dus: A: klagen hoge werkdruk
    B: mensen verkeerd ingezet
    C: steeds meer criminelen
  3. Blijf luisteren als je het juiste antwoord langs hoorde komen. 
    De spreker kan immmers nog bijvoorbeeld toevoegen: “Maar dat is tegenwoordig niet meer het geval. Nu doen we het zus enzo. ” waardoor jij weet dat het eerste antwoord dat je dacht toch niet klopt.
  4. Veel sprekers herhalen zichzelf een beetje.
    Met een duur woord heet dat “redundantie”. Als je iets niet meteen zeker wist: Blijf luisteren, soms zegt iemand het nog een keer, maar dan met andere woorden.
  5. Voorkom dat je snel afgeleid wordt. 
    Een luistertoets is voor een belangrijk deel  concentratie. Doe daarom je ogen eventueel af en toe dicht, staar naar een vast punt enz. Laat je bij het kijkgedeelte niet te veel afleiden door het beeld. Er zijn geen vragen over wat je ziet, alleen over wat er gezegd wordt.
  6. Als je het antwoord op een vraag niet weet,
    … vul dan in elk geval meteen een voorlopig antwoord in. Geef met een klein tekentje aan dat je twijfelde. De ervaring leert dat het antwoord dat je als eerste koos meestal het goede is. 13. Kijk uit voor de instinkers: Sommige antwoord-opties bij multiple choice zijn mogelijk wel waar, maar niet het antwoord op de gegeven vraag. Lees daarom vooral de vraag zelf goed. Voorkom dat je bijvoorbeeld “A aankruist omdat je dat stukje goed verstond” (terwijl het niet het antwoord op de vraag is!)