Het Absolutisme en de opkomst van Pruisen

In de 17e en 18e eeuw zag de kaart van Duitsland er uit als een bonte lappendeken van enkele honderden graafschappen, hertogdommen, koninkrijken, vrije steden enz. enz. Maar één van die kleine staten zou zich in deze tijd tot een grote macht in Duitsland en Europa ontwikkelen: Pruisen

Hier zie je hoe Duitsland er uit zag in 1789: een lappendelen aan kleinere en grotere gebieden. Klik op de kaart voor een grote versie.

Absolutisme

De vele Duitse vorsten keken graag naar het voorbeeld van het absolutisme in Frankrijk. De voertaal aan het hof werd Frans, de keuken werd Frans, de adellijke mode werd Frans. De vorst was daar de “absolute” heerser: “L’état, c’est moi” (de staat, dat ben ik), zei de Franse koning Lodewijk XIV en beriep zich er op, door God als heerser op aarde benoemd te zijn. Door de almacht van de vorst kon deze doen en laten wat hij wilde. De staat werd door hem strakker georganiseerd. Ook werd de organisatie van de staatsfinanciën en ambtenarij op orde gebracht, wat door toegenomen inkomsten een vast leger (i.p.v. huursoldaten) mogelijk maakte. De economie werd ondersteund, ook door de oprichting van staatsbedrijven. Al met al werd de staat efficiënter geleid, de bewoners echter meer en meer uitgebuit.

Slot Sanssouci bij Potsdam. Een van de paleizen van de Pruisische koning Friedrich II.

Veel vorsten maakten hun residentie tot een middelpunt van pracht en praal. De oude burchten waren onpraktisch en konden sowieso – sinds de uitvinding van het buskruit – niet meer goed verdedigd worden. Het was het tijdperk in de kunst van de Barok en Rococo. En ook daarin deden de vorsten de Franse stijl na. Men bouwde pronkpaleizen en liet grote tuinen aanleggen. Ook werden hofdichters en -musici in dienst genomen. Een aantal Duitse vorstenhuizen slaagde erin hun macht duidelijk te vergroten. Het waren Beieren, Brandenburg (een deel van het latere Pruisen), Sachsen en Hannover.

De Verlichting

De 18e eeuw noemde men destijds al de eeuw van de Verlichting (Aufklärung). De kunsten en wetenschappen maakte een grote opleving door, mede omdat die zich in de grote belangstelling van de vorsten konden verheugen. Niet langer bepaalde uitsluitend de kerk de visie van de mensen op hun wereld. Niet langer bepaalde de angst voor het hiernamaals het leven, nu men begon te ontdekken dat veel natuurfenomenen wetenschappelijk te verklaren waren. Dat zorgde er ook voor dat men dacht het leven grotendeels zelf te kunnen bepalen, als je de wetten van de natuur maar kende. Dit leidde tot een groot vertrouwen en optimisme ten aanzien van de wetenschap en de toekomst van de mensheid. Het optimisme van de Verlichting verwoordde de filosoof Leibniz met zijn uitspraak dat we “in de beste van alle werelden leven”. De filosoof Kant riep in zijn werk op de “zelfgekozen onmondigheid” achter zich te laten. Door rationalisme (denken) en empirisme (waarneming) zou men de werkelijkheid in kaart kunnen brengen. De Verlichting had ook op politiek gebied zijn uitwerking. Niet langer werden vorsten en hun onderdrukking als Gods wil ervaren.

De opkomst van Pruisen

Friedrich II ofwel Friedrich der Große

Met name onder de strenge “soldatenkoning” Friedrich Wilhelm I. werd de basis voor de macht van Pruisen gelegd. Zo werd 72% van de staatsinkomsten in het leger en de organisatie daarvan geïnvesteerd. Zoveel dat men later wel eens zei: “Pruisen heeft een leger, dat er een staat op na houdt.” Ook de opbouw en de economie van het land werden krachtig ondersteund, men haalde daarvoor zelfs vakmensen uit het buitenland, waaronder Nederland. De “soldatenkoning” eiste van zichzelf en zijn onderdanen eenvoud, vroomheid, en een strikt plichtsbesef.

Met de troonbestijging van Friedrich der Große (1712-1786) in 1740 veranderde de relatief vreedzame politiek van Pruisen. In diverse oorlogen, waaronder de 7-jarige oorlog (1756-1763) ontnam het o.a. Silezië (Schlesien) aan het machtige Oostenrijk. De overwinning werd uiteindelijk op het nippertje bereikt en ging met onvoorstelbare verliezen en leed gepaard.

Friedrich II spreekt velen tot de verbeelding. Hij leed onder de strenge opvoeding van zijn vader en probeerde zelfs te vluchten. Hij genoot van filosofie en muziek, terwijl zijn vader hem juist tot een geduchte militair wilde maken. Uiteindelijk is hij dat toch geworden toen hij eenmaal op de troon zat. Als “filosoof op de troon” duldde hij soms beslist andere meningen, schafte diverse folterstraffen af en was niet alleen ten opzichte van de godsdienst van zijn onderdanen tolerant. Maar als het er op aankwam onderscheidde hij zich niet van een andere vorst uit die tijd en regeerde met harde hand. In de 19e eeuw was men ijverig op zoek naar een glorieus nationaal verleden en werd Friedrich als een nationale held verheerlijkt. Schoolkinderen moesten de namen van de veldslagen en overwinningen uit het hoofd leren. Pas later was er plaats voor een meer nuchtere kijk op het leven en werk van Friedrich der Große.

Hier zie je hoe Brandenburg-Pruisen binnen vrij korte tijd tot een groot grondgebied kwam. Klik op het kaartje voor een grote versie.

Opbloei van de kunsten: Klassik

De schrijver Johann Wolfgang von Goethe zou de beroemdste Duitse schrijver ooit worden. Hier de omslag van een bekende film over zijn leven.

Als het niveau van de kunst gedurende een bepaalde tijd een uitzonderlijk hoog niveau bereikt, noemt men dat ook wel de “Klassieke tijd”, in het Duits: Klassik. Voor de Duitse literatuur was de periode van ca. 1750-1830 een absolute bloeiperiode. Met name de dichters Lessing, Goethe, Schiller en Von Kleist slaagden erin, de literatuur tot een hoog niveau te brengen, dat voor andere Europese landen niet langer onder hoefde te doen. In nauwelijks 50 jaar had men zich los weten te maken van uitsluitend Franse voorbeelden en een eigen traditie bepaald.

Lees hier hoe het verder gaat met de Duitse geschiedenis