Verfasste Forenbeiträge
-
Beiträge
-
Hallo Antje,
In de bespreking is hier uitvoerig over gesproken en je kunt ervan op aan, dat de argumentatie een stuk verder ging en zeker geen formuleringskwestie alleen betreft. We hebben het erover gehad dat als iemand waarde hecht aan bescheidenheid (gedrag), dat niet per se hetzelfde is als iemand die als karaktereigenschap bescheidenheid heeft/bescheiden is. Dat is een verschil in betekenis (zo kan iemand die waarde hecht aan bescheidenheid wel degelijk onbescheiden zijn, terwijl een bescheiden iemand er misschien geen bijzondere waarde aan hecht).
Maar het is zeker geen eenduidige vraag in mijn ogen, want leerlingen lezen natuurlijk wel juist dat het hierover gaat. Hoe makkelijk het examen ook was: een aantal vragen vraagt niet duidelijk, in mijn ogen. Zo ook deze vraag. Alleen dat hier tijdens de bespreking heel lang over gesproken is toont de complexiteit/vaagheid al aan. Misschien zien we daarvan nog iets terug in de norm, ik hoop het.
ik heb het fout gerekend en vind het erg zuur als ik nu lees, dat het door sommigen is goed gerekend? Dan ga ik mijn 2e corrector daarover nog informeren.
In de examenbespreking hebben we besproken dat we waarde hechten inderdaad niet goed rekenenIk vind ook dat ‘wel’ hier juist is. Want dat ze zelf concludeert dat ze geen reden kan verzinnen, wil nog niet zeggen, dat ze daarvoor niet had verzonnen dat ze in het dorp waren gebleven. De vraag richt zich expliciet op het hele fragment en niet alleen op de alinea waarin wordt nachgegrübelt. Samen met de hartaanval heeft ze gedurende het te lezen fragment dus wel degelijk 2 (meerdere) redenen bedacht. Vanwege de lezing van de Konjunktiv die Stefanie noemt, kan 1 ook juist zijn, kortom: in mijn ogen geen duidelijke vraag en zowel wel als niet is hier juist.
