Het overgrote deel van mijn leerlingen heeft B gekozen en ik begrijp dat. Als je deze alinea leest en je interpreteert deze als een redengevend verband is ‘dadurch’ logisch. De alinea begint met een opmerking over de dierlijke medewerkers, dat zijn de honden, waarvoor zij voor rust moet zorgen. Daarover wordt gezegd dat ze die moet observeren en verderop staat dat ze diezelfde dieren met blikken en gebaren aanwijzingen moet geven. Ze moet dus rust creëren en daardoor moet ze de dieren non verbale aanwijzingen geven. Een reden dus. Het antwoord A (bovendien) zou betekenen dat er een opsomming staat, maar die staat er niet. Ik vind dat hierover een erratum moet komen, want ik kan mij voorstellen dat heel veel collega’s dit zelfs ‘fout’ hadden.